Ik ben op vakantie in Zuid-Holland, het gebied rond Wassenaar. Vandaag gaan we pannenkoeken eten. Tegen de glimmende Audi’s, Volvo’s en Volkswagens op het parkeerterrein steekt onze bekraste, ongewassen Impreza uit 2008 mager af.
Mijn oudste heeft een paar dagen geleden, tijdens het inpakken, een beginnetje gemaakt met een haarspeld-tekening op de motorkap. Ik investeer mijn spaargeld voorlopig beter niet in een nieuwe bolide.
We zitten aan een tafeltje in de schaduw in de uiterste hoek van het terras, weg van de drukte. Lekker veilig, met onze twee jonge kinderen goed in het oog.
Dan strijkt meeuw neer op een parasol middenop het terras. Opmerkelijk, zo tussen al het volk. Ik hoor dat meerdere mensen zich verbazen.
Ineens maakt ie een snoekduik richting een tafeltje.
‘Wat eet ie nou?’, mijn partner volgt met toegeknepen ogen de bewegingen van het enorme beest. ‘Friet’, zeg ik.
De meeuw vliegt van de tafel naar de grond en meteen op dat moment jat een kouw de buit uit de bek van de meeuw.
Haha, zo’n kleintje tegen die grote meeuw. Meeuw lijkt zich inderdaad te generen. Met een snelle pikbeweging trekt hij de bek van de kouw leeg en vliegt naar het volgende tafeltje.
Er ontstaat onrust onder de bezoekers van het terras. Er zitten senioren en veel gezinnen met kinderen en ik moet eerlijk bekennen dat ik ook weinig trek heb in zo’n bezoekje.
Een wat oudere dame aan het tafeltje tegenover ons kijkt naar de meeuw en gilt naar mensen die zich buiten mijn blikveld begeven: ‘Jooooongens, kom, de limooo is er!’
Ik knik veelbetekenend naar mijn partner die het ook gehoord heeft: als dat niet echt Wassenaar is… een limo.
Op dat moment rennen er twee kinderen om de hoek die blij plaatsnemen aan het tafeltje van de roepende dame.
Het duurt even voordat mijn kwartje valt.
‘Limo! Limo!’, roep ik veel te hard lachend over mijn misvatting naar mijn partner die dicht naast me zit. ‘Ik dacht al, wie gaat er nou met een limousine naar een pánnenkoe…’
Mijn partner legt een hand op mijn arm en schudt slechts ‘nee’.